|Ter overdenking
|Ter overdenking
Ter Overdenking
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten…
Dit keer als overdenking Gezang 177 uit het Liedboek voor de Kerken (Liedboek). Het lied komt uit Geistliche Oden und Lieder (1757) van Christian Fürchtegott Gellert. In het Liedboek heeft dit gezang 7 coupletten, maar in de oorspronkelijke Duitse versie zijn het er niet minder dan 22. De Nederlandse vertaling in het Liedboek is van Jan Wit.
Gezang 177 is in wezen een gebed. Het verzoenend lijden en sterven van de Here Jezus is immers voor een mens niet te bevatten. Om wat er toen in Jeruzalem en op Golgotha zich heeft ‘afgespeeld’, maar ook de betekenis van Jezus’ lijden en sterven voor ons eeuwig behoud. Want alleen uit genade, om Jezus’ wil, is er door Zijn lijden en sterven voor een mens behoud mogelijk. Here, leer ons om Uw lijden op de juiste wijze te overdenken…
Gezang 177 komt trouwens in verschillende liedbundels voor (bijv. Herv. Bundel 1938 gezang 34). En voor wie deze melodie van Johann Crüger bekend voorkomt: Gezang 181 heeft dezelfde melodie, evenals het vierstemmig koraal in Bachs Matthäus Passion.
Hier volgt de tekst van Gezang 177
1. Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar moest lijden.
2. ’k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.
3. O allerheiligst, onuitspreeklijk wonder:
de Rechter zelf gaat aan het recht ten onder.
O wreed geding; wie kan geheel doorgronden
de vloek der zonden.
4. God is rechtvaardig, ja, een God der wrake;
en Hij is liefde, Hij wil zalig maken.
zie hier de schalen die ten volle wegen
èn vloek èn zegen.
5. Dit breekt mijn trots. Waar zou ik nog op bogen?
Ik lig in ’t stof, maar God komt mij verhogen,
nu ik van vijand Gods en tegenstander
in vriend verander.
6. Daar Ge U voor mij hebt in de dood gegeven,
hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
mijn hart niet wijden?
7. Laat mij, o Heer, uw wondre wijsheid prijzen,
dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen,
laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen
als sterkte roemen.
(Gezang 177 uit het Liedboek voor de kerken)
|