|Ter overdenking
|Ter overdenking
Ter overdenking
n.a.v. Hand. 2:32
Over paardenbloemen gesproken…
Paardenbloemen …
In de tweede helft van april waren ze er ineens. Sommige weilanden waren ineens geel gekleurd. Op zich een mooi gezicht, maar of de boeren ook gelukkig zijn met dit ‘onkruid’?! Korte tijd later waren die gele paardenbloemen witte pluizige bollen geworden. Bij kinderen zijn de zaden met parachuutjes ideaal speelgoed. En zo snel als de paardenbloemen opkwamen, waren ze eigenlijk ook weer verdwenen. Althans, de meesten.
Ze worden niet overal hetzelfde genoemd. In Drenthe worden ze hondstong genoemd en in Groningen hondebloem. Op Texel hebben ze het wel over konijnenbladeren en in West-Friesland over brievenbesteller. En zo zijn er nog vele andere namen in omloop. Maar of paarden ze lekker vinden, weet ik niet. Wist u dat er in ons land tenminste 250 microsoorten van de paardenbloem bekend zijn?
Van oorsprong komt de paardenbloem uit Afrika, Azië en Europa. De mens heeft ervoor gezorgd dat de bloem nu overal voorkomt. Zo is de Europese paardenbloem waarschijnlijk in 1620 door de Pilgrimfathers naar Noord-Amerika gebracht, omdat men deze plant als groente kende. Verder zijn paardenbloemen ooit met een lading graszaad in Zuid-Amerika terecht gekomen.
Wat wij een paardenbloem noemen is in feite een hele verzameling van kleine bloemetjes: één bloemhoofdje met tientallen en vaak zelfs honderden bloemen. Als samengesteldbloemige kan ieder geel lintje weer een nieuwe paardenbloem voortbrengen. En voor je het weet…
Er is nog iets bijzonders met de paardenbloem. Ze kunnen bewegen. De bloemhoofdjes gaan elke dag open en dicht. Bij helder, zonnig weer gaan de bloemen ongeveer 2½ uur na zonsopgang langzaam open, om elf uur later weer te sluiten. En bij somber, bewolkt weer? Dan blijven ze gewoon dicht.
De uitgebloeide bloemhoofdjes maken eveneens een bijzonder beweging. Zodra ze zijn uitgebloeid, laten ze hun ‘hoofd’ erbij hangen. De steel gaat steeds meer krommen en uiteindelijk komt deze zelfs horizontaal te liggen. Pas als de vruchtjes rijp zijn, richt de steel zich weer op. Ondertussen is deze veel langer geworden, zodat de witte pluisbol duidelijk boven de omringende begroeiing uitsteekt. Daardoor wordt de kans vergroot dat de wind de rijpe zaden een heel eind meevoert.
Het was mij in ieder geval niet bekend, maar paardenbloemen schijnen lekker en gezond te zijn. Het blad bevat vitamine A en C. Daarnaast ijzer en calcium. Het regelmatig eten van paardenbloemen zou bovendien een goede werking hebben op de gal, lever, nieren en spijsvertering. Het grote nadeel is echter de bittere smaak. Wist u dat er paardenbloemthee, -koffie, en -honing is? In de voormalige Sovjet-Unie voorzag de paardenbloementeelt op een bepaald moment zelfs in 30 procent van de rubberbehoefte van het land. Nee, gezien de mogelijke toepassingen mag je het eigenlijk geen onkruid noemen.
… en Pinksteren
Bij Pinksteren moet ik aan paardenbloemen denken. En u begrijpt ook wel dat ik deze kennis niet van mezelf heb. Des te meer ik echter over deze bloemen las, des te meer viel me een gelijkenis op. Aanvankelijk was er van de kerk weinig te zien. Met Pinksteren en daarna waren wel velen tot geloof gekomen, maar verhoudingsgewijs bleef het een klein aantal. Pas na de bekering van keizer Constantijn de Grote kwamen velen tot geloof. Als het ware kleurden de velden toen in korte tijd geel.
Toen het christendom eenmaal geaccepteerd was, verspreidde het zich snel over het Romeinse Rijk. En in de tijd van de ontdekkingsreizen werden pluisjes nog veel verder weggeblazen. Op andere continenten kwam het terecht via een lading ‘graszaad’, of gewoon omdat het zaad van de paardenbloem werd geëxporteerd, of juist geïmporteerd. Via de handel en zending kwamen velen in contact met het Evangelie.
En over de vele microsoorten gesproken. Ook het christendom kent vele stromingen, waarbij de ene stroming misschien iets meer zal lijken op de oorspronkelijke ‘paardenbloem’ dan de andere. En ook de taal en begrippen die men hanteert kunnen verschillen. De een spreekt de Tale Kanaäns, een andere Tongentaal, en weer een andere…
Fascinerend is dat één paardenbloem in feite een verzameling van kleine paardenbloempjes is. Ook wij vormen samen één kerkgemeenschap, en als het goed is allemaal getuigen zijn van het ene Evangelie. Het effect van al die kleine ‘paardenbloempjes’ zie je pas als die zaden alle kanten uitwaaien en elders ‘wortelschieten’. Wanneer het zaad van het Evangelie zich niet verspreid, betekent dat vroeg of laat het einde van die bloem. Wat heeft de kerk door al die potentiële ‘zaadverspreiders’ een enorme groeipotentie!
We hoeven er niet omheen te draaien, maar de velden hebben er wat de kerk betreft kleurrijker uitgezien. De kerk lijkt momenteel veel op een veld met allemaal hangende bloemhoofdjes, zo niet voor het oog platgeslagen. En toch… Het zaad rijpt ondertussen verder, en op een bepaald moment - als de vruchtjes rijp zijn - richt de steel zich weer op. Hoe somber het ook oogt, het zal niet zo blijven. En eenmaal weer opgericht, steken de paardenbloemen met ‘kop en schouder’ boven de omliggende planten uit.
De ‘wind’ speelt een belangrijke rol bij de verspreiding van de ‘zaden’. Zonder wind zouden de zaden door de zwaartekracht slechts naar beneden dwarrelen, maar door de wind worden ze opgeheven en meegenomen. Aan de ene kant maakt de wind onrustig, aan de andere kant is hij onmisbaar. Is het zo ook niet met de Heilige Geest? We spreken over gemeenteopbouw en kerkplanting, maar zonder het werk van de Geest is dat onmogelijk.
Paardenbloemen zijn mooi om te zien en hebben meer toepassingsmogelijkheden dan gedacht, maar velen hebben ze liever niet in hun eigen tuin. En geldt hetzelfde ook niet voor de kerk?! Toch moeten we ons niet uit het veld laten slaan. Ook al zien mensen paardenbloemen misschien als ‘onkruid’. Met opgeheven hoofd mogen we het zaad van het Evangelie door de ‘Wind’ laten verspreiden.
|