|Ter overdenking
|Ter overdenking
Ter Overdenking
Hand. 3:1-10
In de Naam van Jezus Christus
Ook na Pinksteren gaan Petrus en Johannes tegen het uur van het gebed naar de tempel. Je hoort ze daarbij niet klagen dat de Heilige Geest uit de tempel is geweken, of dat het alles nogal dor is geworden, of dat het vroeger nog eens tijden waren. Ze geloven in Gods trouw. En daarom is en blijft het de moeite waard om naar de tempel te gaan. Waarom zou je met een goede gewoonte stoppen?!
Uitgerekend bij de tempel treffen ze een verlamde bedelaar aan. Al sinds zijn geboorte kan hij niet lopen. Sinds zijn geboorte is hij dus van anderen afhankelijk. Er is geen ongelukkig toeval of noodlottige gebeurtenis geweest waaraan hij zijn verlamdheid kan toeschrijven. Als hij iemand een verwijt zou moeten maken, dan was het zijn Schepper. Zijn toestand was in één woord hopeloos.
En de voorbijgangers? Ook zij zijn er aan gewend geraakt. Er is immers niets aan te doen en daarom aanvaardt men het als een gegeven. Niemand kan er echter voor zorgen dat deze bedelaar werkelijk wordt geholpen. Toch?! En de bedelaar denkt er ook niet aan om genezing te vragen van zijn verlamming. Hij vroeg alleen maar om een concrete uiting van medelijden: een aalmoes.
Op zijn vraag om een aalmoes krijgt de verlamde van Petrus en Johannes echter een ongewoon antwoord. Het “Kijk ons aan” wekt verwachtingen. De verlamde moet op een andere wijze naar hen zien. Niet slechts in afwachting ‘iets’ te krijgen. Geld hoeft hij van Petrus en Johannes niet te verwachten. Dat hebben zij niet.
De ware schat van de kerk ligt in het evangelie van de Naam van Jezus Christus. En in Zijn Naam zal Petrus de verlamde genezen. In dit geloof grijpt Petrus de man bij de hand en richt hem op. Geen geleidelijke revalidatie met rollator of stok. Het wonder vindt direct plaats, van het ene op het andere ogenblik. En als de evangelist Lucas - zelf een arts - dit zegt…
Zo passief en afwachtend als hij was, zo actief is hij nu. Hij springt op, staat, loopt, gaat de tempel binnen, en hij looft God. Zijn activiteit toont dat hij werkelijk genezen is. Gewoon niet voor te stellen. En de omstanders zijn dan ook zeer verbaasd en buiten zichzelf, Verwonderd staren zij Petrus en Johannes aan. Het is moeilijk om dan bescheiden te blijven.
Toch wijst Petrus er nadrukkelijk op dat deze verlamde niet door hun kracht of godsvrucht is genezen. Achter de genezing staat de macht van de door God opgewekte en verhoogde Christus. Dat is wat Petrus vervolgens aan de omstanders duidelijk gaat maken. Het is slechts uit genade dat de verlamde werd genezen.
Waar de Heilige Geest de naam van Jezus Christus aanwezig stelt en verheerlijkt, treden mensen terug. Daar wijst men anderen op het heil in Jezus Christus. Nee, het gaat niet om ons, niet om de Kerk, maar om het heil, het Koninkrijk van God.
|