Meditatie
Meditatie
Ter overdenking
Lc. 2:40
Het zal je kind maar zijn…
Wat zullen Jozef en Maria een verwachtingen hebben gehad van ‘hun’ kind. Voor welk kind treedt er nu bij de geboorte een hemels engelenkoor op?! Er waren zelfs wijzen uit Oosten langsgekomen om Hem hulde te bewijzen. Daarentegen stelde koning Herodes alles in het werk om het kind om te brengen.
De Here Jezus groeide echter op als ieder ander kind. Hij deed geen spectaculaire wonderen. Hij was niet herkenbaar aan een aureool. Hij was evenmin een volwassene in zakformaat. Ook Hij moest als baby leren lopen en praten. Ook Hij moest eten en drinken.
Ongetwijfeld zal de Here Jezus als kind bij Jozef in de timmermanswerkplaats geholpen hebben. Ongetwijfeld zal Hij wel eens een boodschap voor zijn moeder hebben moeten doen. Ongetwijfeld zal Hij met de kinderen uit de buurt buiten hebben gespeeld.
Ook Jozef en Maria zullen wel eens bezorgd zijn geweest over ‘hun’ zoon. Al was het maar die keer dat Hij als twaalfjarige in de tempel achter was gebleven. Bovendien was Israël in die dagen door de Romeinen bezet. Opgroeiende kinderen brengen nu eenmaal zorgen met zich mee.
Toch hebben Jozef en Maria vertrouwen in ‘hun’ zoon. Ze zien hoe Hij opgroeit. Ze zien hoe Hij lichamelijk sterker wordt. Ze zien ook hoe Hij vervuld wordt met wijsheid. Zijn inzicht in de dingen, Zijn verstand om het juiste kiezen, Zijn spreken en doen, laten een groei zien. Daarom durven Jozef en Maria Hem met een gerust hart vrij te laten als ze in Jeruzalem zijn.
De andere kant is dat de Here Jezus aan Jozef en Maria goede ‘ouders’ had. Het geloof was voor Zijn ouders meer dan een formaliteit. Zijn ouders leefden Hem voor ‘in de vreze des Heren’. God was voor hen een levende realiteit. In al hun doen en laten hielden zij rekening met Hem. Vrijwillig en met blijdschap. De Here Jezus kreeg zeker geen vrijblijvende opvoeding.
Het valt Jozef en Maria ook op dat Gods genade op ‘hun’ zoon rust. God toont merkbaar Zijn gunst aan de Here Jezus. God behoedt Hem kennelijk en leidt Hem voorspoedig voort. Wat moet het voor Jozef en Maria een geweldig gevoel zijn geweest om te zien dat het hun zoon ‘wel’ ging.
Groeien gaat niet vanzelf. Om te groeien moet een mens voedsel tot zich nemen. Dat geldt ook voor geestelijke groei. Jozef en Maria mochten daartoe hun bijdrage leveren. Het resultaat mocht er zijn: “en de genade van God was op Hem”.
Ds. Martin Schinkelshoek
|