Meditatie
Meditatie
Meditatie
Indien er geen opstanding der doden is ……
(1 Korinthe 15 : 13)
Opstaan uit de dood, is in deze tijd voor veel mensen moeilijk voor te stellen. Wij leven immers in een tijd waarin alles begrepen moet kunnen worden. Dikwijls moeten wij het van getuigen horen zeggen, die het zelf hebben meegemaakt, voordat wij iets ook maar enigszins geloven. Aan de andere kant, merk ik op, dat er ook ontelbaar veel mensen zijn die alles geloven. Wat er ook maar in de media gezegd wordt, het wordt geloofd. Maar met één uitzondering: zolang het maar niet over de Bijbel gaat.
Nu schrijft de apostel Paulus deze brief aan de gemeente in Korinthe. Een gemeente die is ontstaan omdat Paulus zelf daar het Evangelie heeft verkondigd. Hij kent de mensen. Hij heeft onder hen gewoond. Hij heeft er velen gedoopt die zijn gaan geloven. En nu proef je iets van verbijstering bij de apostel Paulus. Hoe kan het nu dat er sommigen in die gemeente zijn, die zeggen: er is geen opstanding uit de doden? De apostel Paulus kan dit in het geheel niet begrijpen.
En waarom dan niet? Heel eenvoudig: Juist de opstanding uit de dood van de Here Jezus Christus is de kern van zijn verkondiging. Daardoor zijn ze in Korinthe tot geloof gekomen. Altijd weer is juist de verkondiging dat Jezus leeft. Dat het graf Hem niet kon houden. Dat Hij als Eersteling uit de doden is opgestaan een breekpunt. Het is een moment van beslissing: geloof ik dit of geloof ik dit niet? Maar de gemeenteleden in Korinthe hebben deze beslissing genomen.
Maar nu, enige tijd later, mogelijk onder invloed van niet-gemeenteleden, zijn er enkelen gaan twijfelen. En bij sommigen is deze twijfel een zekerheid geworden: opstaan uit de dood is niet mogelijk. En deze boodschap hebben zij in de gemeente rond verteld. Met als gevolg: een gemeente in verwarring. Hiervan heeft de apostel Paulus gehoord. Heel hoofdstuk 15 van de 1e Brief aan Korinthe wijdt hij aan de opstanding uit de dood.
En omdat de kern van de verkondiging van het Evangelie door de apostel Paulus altijd is geweest: Jezus is uit de dood opgestaan, is hij zo fel tegen hen, die deze twijfel proberen te zaaien in de gemeente. Er is dan ook geen excuus mogelijk. Wanneer zij niet geloven in een opstanding uit de dood, is de Here Jezus ook niet opgestaan uit de dood. Dan is hun geloof leeg en zonder inhoud. Dan zijn zij, die deze boodschap verspreiden, zonder geloof. Dan zijn zij onder de macht van het heidendom. Dan hebben ze ook geen vergeving van hun zonden.
Maar hier blijft het niet bij. Want, zo schrijft de apostel Paulus: Jezus is opgewekt uit de dood. En dat schrijft Paulus niet zomaar. Nee, hij voert een hele rij van getuigen van dit gebeuren aan. En er zijn er velen nog van in leven. Ze kunnen dus navraag doen. Dat kunnen wij niet meer. Wanneer wij het moeilijk vinden om te geloven dat er een opstanding uit de dood is, dan kunnen wij dit niet navragen. Bij ons, die in deze tijd leven, komt alles op het geloof aan. En omdat wij leven in een tijd waarin velen niet meer geloven in God of de Here Jezus Christus, worden wij van alle kanten op ons geloof aangesproken. Het is helemaal niet zo eenvoudig om dan staande te blijven in het geloof en vanuit de grond van de je hart te belijden: ik geloof dat de Here Jezus is opgestaan uit de dood, en: ik geloof dat ook ik zal opstaan uit de dood. Om in dit geloof standvastig te kunnen blijven hebben wij elkaar nodig. Dan is het nodig om over het geloof in gesprek te blijven, elkaar te bemoedigen, voor elkaar en met elkaar te bidden.
Ik geloof dat de Here Jezus de dood heeft overwonnen. Ik geloof dat het graf Hem niet heeft kunnen vasthouden. Ik geloof dat ook ik, waanneer ik eens zal sterven, op zal staan uit de dood. En ik geloof dat ik eeuwig zal leven bij mijn Heiland. En dat geloof vult mijn hart met vrede en rust.
|