Ter overdenking
Ter overdenking
Ter Overdenking
Lucas 2:1-7
om ingeschreven te worden (Lc. 2:3)
We moeten ons allemaal wel eens ergens laten inschrijven. Of het nu gaat om een vereniging, de burgerlijke stand of de kerk. En gewoonlijk zullen we ons er niet druk om maken. Om ergens bij te horen moet dat nu eenmaal. Het is kwestie van een formulier invullen en opsturen, of je even ergens melden. Alleen… voor je het weet kom je er niet meer vanaf.
Rond het begin van onze jaartelling vond er een gebeurtenis plaats die op de mensen van die tijd een grote indruk maakte. Keizer Augustus had het bevel gegeven dat ‘heel de wereld’ moest worden ingeschreven. Niet zozeer om te weten hoeveel onderdanen aan zijn zorg waren toevertrouwd, als wel hoeveel belasting het hem opleverde. Ook wist hij dan gelijk hoe groot zijn leger kon zijn.
Door deze volkstelling wist de keizer eveneens of en hoeveel nakomelingen er waren van oude koninklijke geslachten, want stel je eens voor dat… Ze zouden hem het leven wel eens zuur kunnen maken. Waar een mens zich druk om maakt. Zo gaat dat als een bewind stoelt op macht en geweld.
Of het gehele rijk zich gelijktijdig moest laten inschrijven, of afzonderlijk per gebied, weten we niet. Wel dat Jozef en Maria op een bepaald moment van Galilea naar Judea moesten, van Nazareth naar Bethlehem, van een onbekend dorpje naar een plaats van historisch belang: “naar de stad van David, die Bethlehem heet”.
Zoals wel vaker met plaatsen het geval is ,doet de naam meer vermoeden dan iets in werkelijkheid voorstelt. Zo restte van Bethlehem niet meer dan vergane glorie. Maar ondanks dat Bethlehem zijn positie had moeten prijsgeven aan Jeruzalem, wordt juist zij gezien als ‘de stad van David’.
Voor deze ‘volkstelling’ moest men zich laten inschrijving in de plaats waar de familie oorspronkelijk vandaan kwam. In ons digitale tijdperk is nauwelijks te bevatten wat de consequenties waren van het bevel van de keizer. Voor Jozef, afkomstig uit het huis en geslacht van David, betekende het een lange reis met de nodige voorbereidingen.
Als Jozef alleen was geweest, dan was het nog tot daar aan toe geweest. Maar Maria, zijn ondertrouwde vrouw, was zwanger. Onder normale omstandigheden zou zo’n reis zeker zijn uitgesteld. Het risico was immers te groot voor de hoogzwangere Maria. Wat leven wij dan in vrijheid! Jozef en Maria hadden echter geen andere keuze dan te gaan op het bevel van keizer Augustus.
Met Jozef en Maria moesten vele duizenden op reis om zich te laten inschrijven, een ieder naar zijn eigen stad. De één moest ver reizen, de ander niet; de één onderging het gelaten, de ander zag er enorm tegenop. Het bevel van keizer Augustus zal zeker het gesprek van de dag zijn geweest, maar ook nog lange tijd er na.
Hoe vaak gaat niet achter een klein berichtje in de krant heel veel ellende en emotie schuil?! Het is slechts een klein berichtje in het Evangelie over deze inschrijving. Maar voor Jozef en Maria had het verstrekkende gevolgen. Daar, in Bethlehem, kreeg Maria haar eerstgeboren zoon. Onder mensonterende omstandigheden.
En toch is de werkelijkheid anders dan het lijkt. Het is geen toeval, maar Gods wil dat de Here Jezus in Bethlehem werd geboren. In het Oude Testament was het voorzegd (Micha 5:1). En die nederige kribbe als wieg? Daardoor is Hij voor een ieder, jong en oud, arm en rijk, bereikbaar. Als men maar voor Hem door de knieën wil.
De Here Jezus werd geboren in een stal. In het vertrek waar de knechten en slaven zich ophielden. Hij kwam in de gestalte van een dienstknecht ter wereld en zou ook zo sterven. Maar er is een verschil tussen Zijn geboorte en sterven. De voerbak waarin Hij na zijn geboorte werd gelegd was laag bij de grond. Toen Hij stierf hing Hij aan een kruis boven de aarde.
De ingeslagen weg zou leiden tot een verhoging. Zoals het was, zou het niet blijven. De verhoudingen zouden worden omgekeerd. Niet keizer Augustus, maar God heeft het voor het zeggen. Alle reden om Hem te danken en loven:
Eer zij God in de hoogste hemelen,
en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.
|