PKN
Hervormde Gemeente Kortenhoef
 
Ter overdenking Ter overdenking
Ter Overdenking

N.a.v. Mattheüs 27:57-61

Mag ik me even aan u voorstellen. Jozef is de naam. (2)

Eerlijk gezegd zou ik vroeger ‘nee’ gezegd hebben als mij toen gevraagd was om me voor te stellen. Nadat Jozef, een van de zonen van Jakob zich aan u heeft voorgesteld,[1] is het nu ook van mij gevraagd. Ik ben echter een man van weinig woorden en sta niet graag op de voorgrond. Het is omdat ik, na alles wat er gebeurd is, openlijk kleur wil bekennen. Ik ben namelijk een discipel van Hem.


Fantasievoorstelling Jozef van Arimatea. Detail van een schilderij 'Bewening van Christus' (1495) door Pietro Perugino. Bron Wikimedia Commons

Laat ik in het kort iets over mijzelf vertellen. Jozef is de naam. En ik ben afkomstig van Arimathea. Ook wel bekend als Rama in Efraïm. Vandaar dat ze mij dus Jozef van Arimathea noemen. Al zeg ik het zelf: ik ben niet onbemiddeld. Het doet er daarbij niet toe of ik in een rijke, aanzienlijke familie geboren ben. In het dagelijks leven ben ik lid van de Joodse raad, het Sanhedrin. Maar dat is niet waar ik Jezus heb leren kennen.

Dat ik liever op de achtergrond blijf, wil niet zeggen dat ik een meeloper ben. Ik heb dit vroeger alleen uit angst voor de Joden verborgen gehouden. Uitkomen voor je geloof is immers niet zonder risico. Ik verwachtte namelijk het Koninkrijk van God. Ik wist het zeker. Ik heb er nooit aan getwijfeld. Zelfs na Jezus’ lijden en sterven was ik daarvan overtuigd.
Ondanks deze bewuste keuze heb ik dit dus vroeger uit angst voor de Joden geheim gehouden. Niemand wist dat ik een discipel van Jezus was. En ik zorgde er wel voor dat mijn volksgenoten, die niet in Hem geloofden, dit niet aan mijn handel en wandel zouden merken. Eerlijk gezegd had ik ook niet de moed om voor mijn geloof in Jezus uit te komen.

Toen brak Goede Vrijdag aan. Een dag om nooit te vergeten. Als een misdadiger werd Jezus veroordeeld. Wat hebben de Romeinse soldaten de spot met Hem gedreven. Wat hebben ze Hem toen vernederd en mishandeld. Wat is Hem toen een onbeschrijfelijk leed aangedaan. Nee, daar zijn geen woorden voor.
Die dag heb ik het besluit genomen om niet langer geheim te houden dat ik Jezus erken als de Messias en een discipel van hem ben. Ik moet erbij zeggen dat ik, hoewel ik lid van het Sanhedrin ben, niet had ingestemd met hun voornemen en handelwijze om Jezus te doden.
Na Jezus’ lijden en sterven ben ik naar Pilatus gegaan om te vragen om Zijn lichaam. Pilatus gaf ook toestemming. Toen heb ik Jezus van het kruis gehaald en Zijn lichaam in linnen doeken gewikkeld. In zuiver fijn linnen. En als een bijzonder eerbetoon hebben Nicodemus en ik Jezus’ lichaam gebalsemd met een mengsel van mirre en aloë. Niet minder dan 100 pond gebruikten wij daarvoor: dat is bijna 33 kg. U moet weten dat Nicodemus eveneens lid van het Sanhedrin en een discipel van Jezus is.
Daarna hebben wij Jezus’ lichaam in mijn eigen nieuwe en ongebruikte rotsgraf gelegd. Ik had dit graf eigenlijk voor mezelf bestemd, maar ik heb dit graag voor Hem over gehad. Hij had immers Zijn leven ook voor mij gegeven. En ik heb er nu vrede mee dat mijn volksgenoten weten dat ik een discipel van Jezus ben. Zij mogen weten dat ik mijn eigen graf identificeer met dat van Jezus.

Nadat we klaar waren met het verzorgen van Jezus’ lichaam hebben we het graf met een grote steen afgesloten. Zonder het op dat moment te beseffen is toen de profetie van Jesaja vervuld: “en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest” (Jes. 53:9b).
Maar wat ook vervuld is, zijn Jezus’ woorden dat Hij na drie dagen opgewekt zou worden. Toen Maria Magdalena en de andere Maria, de moeder van Jezus, op de Paasmorgen naar het graf gingen, troffen zij daar een engel aan die zei: “U hoeft niet bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd was. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft...” En zo was het. Ja, de Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!

Ik dwaal eigenlijk af, want ik zou wat over mijzelf vertellen. Maar ik ben zo vol van wat er op Goede Vrijdag en de dag van de opstanding is gebeurd, dat ik dat belangrijker vind om dat te vertellen dan mijn eigen verhaal.
Er gaan een hoop verhalen over mij rond. Zo noemen vroege kerkhistorici als Ireneüs van Lyon, Hippolytus van Rome, Tertullianus en Eusebius van Caesarea details over mijn leven, die niet in de Bijbel staan. Ik laat ze maar. Waar het mij om gaat is dat u weet dat ik Jezus een eervolle begrafenis hebben willen geven en dat ik er voor uitkom dat ik een discipel van Hem ben. Hij is mijn Here en Heiland. Ook van u?

Ds. Martin Schinkelshoek
 
terug
 
 
 
  Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.